Henk Knuiman

Op een leeftijd dat veel topcrossers voorzichtig gaan denken over wat ze na hun crosscarrière zullen gaan doen, staat in 1963 de dan 26 jaar oude Henk Knuiman voor een belangrijke beslissing in zijn leven. Hij kiest voor de motorsport. Hij crosst vervolgens met een solo en een zijspan. Ook start hij in de betrouwbaarheidsritten en is hij de eerste Nederlander die in 1982 de Dakar rally uitrijdt. En die genen heeft hij doorgegeven aan zijn zoons Henk jr. en Sten.

De start van de 500 cc GP op de legendarische Citadel van Namen in 1970, met in het midden Henk Knuiman (22).

‘IK HEB GEEN DAG SPIJT GEHAD VAN MIJN KEUZE VOOR DE MOTORSPORT’

In 1963 geeft de inwoner van het Gelderse Wijchen zichzelf 3 keuzes, over hoe zijn leven er de komende jaren uit zal gaan zien. Die 3 opties zijn: het beginnen van een eigen zaak, emigreren of een motorfiets kopen en veel tijd steken in een motocrosscarrière. En je raadt het al: het werd de 3e optie. Knuiman schaft in 1963 een BSA Gold Star aan bij Koops in Assen en wordt op die fraaie machine in 1964 meteen kampioen bij de 500 cc junioren.

Knuiman heeft nooit spijt gehad van de beslissing die hij bijna vijftig jaar geleden nam: “Nee, geen dag. Ik was weliswaar al 26, maar reed al vanaf mijn 20e motor. Ik deed bijvoorbeeld mee aan de zogenaamde sterrendagen van de KNMV op het circuit van Zandvoort. Dat was geen echte wegrace, maar het was wel de bedoeling dat je zo hard mogelijk reed. Ik haalde er de 110-ster, dat betekende dat je gemiddelde snelheid op een ronde tussen de 100 en de 120 km/uur lag. Bij ons in de familie was ik toen nog een eenling, want niemand reed motor, ook in de buurt of in het dorp niet. Ik weet nog goed dat ik op mijn 20e mijn eerste motor kocht, een 98 cc DKW’tje. Die moest ik toen eerst nog aan het lopen maken, voordat ik ermee kon gaan rijden. Vervolgens werd er steeds een zwaardere motor gekocht, totdat ik dus in 1963 die 500 cc Gold Star kocht. Mijn eerste officiële wedstrijd reed ik in 1964 op het circuit in het Limburgse Spaubeek en ik werd direct 2e bij de junioren. Het ging dat jaar boven verwachting goed, want ik werd toen ook Nederlands kampioen bij de junioren. Later bleek dat die eerste titel trouwens meteen mijn laatste was.”

Een onderonsje in de wedstrijd tussen Henk Knuiman (H18) en Stef van der Sluis (H5).
Een onderonsje in de wedstrijd tussen Henk Knuiman (H18) en Stef van der Sluis (H5).

Knuiman hoeft zich daarvoor echter niet te schamen (en dat doet hij trouwens ook niet), want hij heeft veel bereikt en ook altijd tegen grote namen gereden. Het jaar na zijn kampioenschap moest hij aantreden bij de senioren en inters en daar kwam hij de toppers van toen – de gebroeders Dirckx, de familie Van Heugten, Bennie Hartelman, Simon Schram en Jan Heyboer – tegen. Later kruisten Frans Sigmans, Pierre Karsmakers en Gerrit Wolsink zijn pad. Knuiman: “De concurrentie was erg groot in die tijd. In het 1e jaar bij de grote mannen werd ik 5e en dat vond ik geweldig. Ik kreeg toen natuurlijk ook het felbegeerde H-nummer, het internationale starbewijs. Iets waarvan ik als jochie niet eens had durven dromen. H18 werd het en dat nummer heb 10 jaar lang met trots gedragen. Ik was natuurlijk geen echte prof, want ik werkte gewoon als onderhoudsmonteur van bouwkranen. Het hoogste wat ik ooit in de cross bereikt heb, was de 2e plaats in het NK, achter Pierre Karsmakers. Een ander hoogtepunt uit mijn carrière was dat ik gekozen werd om ons land te vertegenwoordigen in het team van de Motocross des Nations en ik heb ook nog een paar GP’s gereden.” Net als zijn tijdgenoten Rudi Boom, Simon Schram en, later, Gerrit Wolsink, werd ook Henk Knuiman aangetrokken door het endurorijden. Na zijn naam gevestigd te hebben in de zwaarste motocrossklasse trok Knuiman de stoute schoenen aan en begon ook betrouwbaarheidsritten te rijden in de 125 cc klasse. Daarin reed hij onder andere een paar jaar op een Monark en later een SWM. “Eén van mijn jongensdromen was om ooit nog een keer een zesdaagse te rijden en ook die droom is uitgekomen.” De Wijchenaar debuteerde in 1972 tijdens de Tsjechische zesdaagse en reed in totaal 7 keer deze loodzware enduro-landenwedstrijd. Hij haalde daarbij in 5 zesdaagses de finish. Knuiman: “Ik was ook in de betrouwbaarheidsritten een laatbloeier, want toen ik een jaar later in het Nederlandse Trophy Team debuteerde, was ik al één van de oudsten. Dat heeft me echter nooit gestoord. Ik heb in totaal 6 keer voor het Nederlandse team gereden en vond dat telkens weer een grote eer.” Knuiman was een goede endurorijder en moest het vooral van zijn doorzettingsvermogen hebben. Hij won in de jaren 70 van de 20e eeuw 2 keer goud, 2 keer zilver en 1 keer een bronzen ISDE-medaille. Die plakken hebben overigens niets met je klassering te maken, maar worden uitgereikt aan de hand van de achterstand die je op de winnaar hebt opgelopen.

Mannen van Staal: Henk Knuiman sr. met zijn beide zoons Henk jr. (links) en Sten, die binnenkort beide starten in de Dakar rally.
Mannen van Staal: Henk Knuiman sr. met zijn beide zoons Henk jr. (links) en Sten, die binnenkort beide starten in de Dakar rally.
Als echte techneut hadden de motoren geen geheimen voor Henk Knuiman.
Als echte techneut hadden de motoren geen geheimen voor Henk Knuiman.

Alhoewel Knuiman intussen al midden 30 was reed hij ook nog steeds vooraan in de Nederlandse motocrosswedstrijden. Dat deed hij echter niet meer op een 500 cc solomachine, maar op een zijspan met een dik Norton-motorblok. Na 10 jaar in de 500 een H-nummer te hebben gehad, volgde hij het voorbeeld van onder andere Broer Dirckx en Ton van Heugten, die ook de overstap naar het zijspan hadden gemaakt. Henk ging samen rijden met onder meer zijn broer Geert en met Henk Martens. Daarmee nam hij een unieke positie in, want Knuiman was de eerste zijspancrosser die naast de zijspancross dus ook nog eens een enduro-zesdaagse reed. Jaren later deed alleen Daniël Willemsen hem dat na, net zoals die ook ooit de Dakar-rally reed! Net als in zijn solocarrière behoorde Knuiman ook in de zijspancross eind jaren 70 al snel tot de besten van Nederland. Hij reed in totaal 8 jaar aan de top en werd een keer 3e in het NK. Knuiman. “Ook dat was een mooie tijd. Mijn grote sponsor was Theo Arts van Bandenhandel De Molen (die later ook onder andere Edwin Evertsen en Dave Strijbos zouden ondersteunen, red.). En niet te vergeten zijspanbouwer Hennie Winkelhuis van EML. Voor Winkelhuis was ik ook testrijder, dat was echt een fantastische man en ik heb in die tijd veel van hem geleerd. Ik was toen zelf ook bezig in de techniek, maar zo snel als die man een probleem kon oplossen of iets kon bedenken en vervolgens ook nog eens kon uitvoeren, dat was ongekend. Hij heeft in zijn eentje de techniek van de zijspancross naar een hoger niveau gebracht.” Alles bij elkaar heeft Knuiman van zijn 26e tot zijn 45e 20 jaar top-motorsport bedreven. Wat moet je daar allemaal voor doen? “Veel, erg veel, en dan vooral hard werken. Ik was getrouwd en had een jong gezin en de motorsport mocht niet ten koste gaan van dat gezin. Dat betekende 4 dagen in de week overwerken en veel sparen. De vakantietijd ging ook meestal op aan het crossen en om fit te blijven moest je ook nog tijd vinden om te trainen. Ik deed het echter met zo veel plezier dat me dat eigenlijk geen moeite kostte. Toen ik 26 was had ik die keuze immers heel bewust gemaakt. Ik heb wel het geluk gehad dat ik nooit echt zwaar geblesseerd ben geraakt. Ik zat wel vaak onder de blauwe plekken, maar heb nooit iets gebroken of gescheurd.”

Endurorijden werd Knuimans grote passie. Hier een actie in de enduro van Blija in 1973.
Endurorijden werd Knuimans grote passie. Hier een actie in de enduro van Blija in 1973.

Naast zijn actieve loopbaan was Knuiman ook nog als bestuurder bij de motorsport betrokken, want hij was een van de oprichters van de MCC Wijchen. Maar liefst 25 jaar was hij voorzitter van die club. En via die motorclub kwam Knuiman in contact met Lee van Dam, die in 1982 het Lois-Yamaha Paris-Dakar team opzette. Knuiman: “Lee van Dam was destijds actief in de zijspancross als manager van onder andere Ton van Heugten. Ook regelde hij in die tijd sponsering voor grote motorsportevenementen in Nederland. En in 1981 organiseerden wij in Wijchen de Nederlandse zijspancross Grand Prix. Zodoende kwamen we met elkaar in contact. Tijdens een van die ontmoetingen ging het gesprek over de Dakar rally, die toen in opkomst was. Dat leek me een mooie aanvulling op mijn endurocarrière en een enorme uitdaging. Van Dam was samen met Bert Oosterhuis, die in 1981 al mee had gedaan, bezig een Nederlands team op te zetten voor die rally. En daar had ik natuurlijk wel oren naar! Ik bleek echter niet de enige, want er hadden zich een stuk of 60 rijders gemeld. Maar die lijst werd hoe dichter de rally naderde steeds korter. Naast hoofdsponsor Lois zouden er 6 Yamaha-dealers meedoen. Ieder van hen zou een motor prepareren en het onderhoud in de rally doen. Ik werd gekozen en mijn sponsor werd Willy Neutkens, die in Westerhoven een motorzaak had. Die regelde alles, bouwde de motor en zorgde ook voor de onderdelen. Er was echt aan alles gedacht, want er gingen wielen, banden en reserveblokken mee. Uiteindelijk zat ik in het team met Rikus Lubbers, Anne Kies, Joop Staman, Maus Westerbaan en Bert Oosterhuis. Lubbers reed met een TR1 tweecilinder, terwijl de andere 5 op een tot 570 cc opgeboorde XT 500 reden.”

Henk Knuiman bereikte als eerste Nederlander ooit de finish in Dakar.
Henk Knuiman bereikte als eerste Nederlander ooit de finish in Dakar.

De rally is net een week aan de gang als op 7 januari het noodlot keihard toeslaat voor het Nederlandse team; de grote animator van het geheel, Bert Oosterhuis, verongelukt. Knuiman: “Dat was echt verschrikkelijk. Bert was de grote man achter het team. Zonder zijn enthousiasme en tomeloze inzet waren wij nooit naar Dakar gegaan. Dat was natuurlijk een enorme klap voor het hele team. Ik ben er 2 dagen helemaal kapot van geweest, want hij had net als ik 2 zoontjes en daar denk je dan continu over na. Het was echter de wens van zijn familie om zijn werk af te maken en zodoende zijn we als team toch verder gegaan in de rally. Op een gegeven moment moet je het echter wel van je afzetten. Gedurende de rally merkte ik de voordelen die ik had van de ervaring van 20 jaar motocross en enduro. Het ging steeds beter. Ik werd zelfs een keer 9e in een etappe en kwam tenslotte als 15e en 1e Nederlander ooit in Dakar aan. Ook Maus Westerbaan en Joop Staman haalden de eindstreep. Ik heb na die tijd nog vaak aan Oosterhuis moeten denken, want door zijn enthousiasme heb ik dat mee mogen maken.”

Hoe zwaar de Dakar rally toen was blijkt wel uit het feit dat slechts 29 van de 134 deelnemers dat jaar de rally van Parijs naar Dakar in Senegal wisten te volbrengen. Het was ook een tijd dat de rijders volledig op zichzelf aangewezen waren en met een kompas moesten navigeren. Een tijd ook dat je nog echt verloren kon rijden en dagenlang zoek kon zijn, want GPS en mobiele (satelliet-) telefoons bestonden nog niet. Met het volbrengen van die loodzware Dakar zet Knuiman in 1982 ook een punt achter zijn actieve motorsportcarrière, om de schouders te zetten onder zijn 2e droom: een eigen bedrijf. Knuiman richt in 1982 op 45-jarige leeftijd het bedrijf Henstek op, dat is vernoemd naar zijn beide zonen Henk en Sten Knuiman. Net als in de motorsport is hij ook met dat bedrijf erg succesvol. Nu, 30 jaar later, werken er bijna 50 mensen bij dit allround metaalbedrijf in Wijchen, dat zich vooral bezighoudt met de reparatie en onderhoud van machines en metaalconstructies. Knuiman is dus in meerdere opzichten een echte `man van staal’.

Knuiman in actie in 1982 op de Yamaha XT in de Dakar rally.
Knuiman in actie in 1982 op de Yamaha XT in de Dakar rally.

Inmiddels is Henk senior 75 jaar en wordt Henstek gerund door Henk Knuiman junior, terwijl broer Sten in Wijchen zusterbedrijf PromecWaterflex (gespecialiseerd in watersnijden en werktuigbouwkundige constructies) onder zijn hoede heeft. En de beide zonen van Knuiman zijn niet alleen wat betreft hun maatschappelijke carrière in de voetsporen van hun vader getreden, want beiden hebben ook in de motorsport hun sporen verdiend. Sten is weliswaar iets minder bekend, want hij stopte na een slepende schouderblessure al op jonge leeftijd met de actieve wedstrijdsport. Henk rijdt nog steeds wedstrijden en reed ook een hele reeks Zesdaagsen voor het Nederlandse team. In 1993 won hij in Assen, tijdens de laatste zesdaagse in Nederland, de 125-klasse. Na zijn endurotijd legde junior zich toe op het rijden van rally’s en daarin is hij nog steeds een van de betere Nederlanders. Hij startte 8 keer en finishte ook 8 keer, was 5 keer de beste Nederlander en finishte 2 keer in de top-10.

De huldiging in Dakar met naast Henk de grondlegger van de rally, de later met een helikopter verongelukte, Thierry Sabine.
De huldiging in Dakar met naast Henk de grondlegger van de rally, de later met een helikopter verongelukte, Thierry Sabine.

In 2007 ging Knuiman senior op 70-jarige leeftijd nog een keer met zijn toen 25 jaar oude Yamaha XT500 de woestijn in, samen met zoon Sten. Als team reden ze mee in de Heroes Legends Rally. En toen sloeg het rallyvirus ook toe bij Sten, want op 5 januari 2013 staat ook hij aan de start van de Dakar rally. Henk jr, Sten, Sjaak Martens en Thomas de Bois vormen dan samen een eigen team. En met 2 zoons aan de start van de Dakar kon senior natuurlijk niet achterblijven: hij gaat samen met zijn vrienden Gerrit-Jan van Norel (de bekende `motordokter’) en Teus Burggraaff (verzamelaar van klassieke motorfietsen) de Dakar rally in Zuid-Amerika in een volgauto meerijden!

Tekst Derk Jan Wolsink Foto’s archief Henk Knuiman/Derk Jan Wolsink/Target Press


Dit artikel komt uit Noppennieuws 102 (2013)

(Visited 218 times, 1 visits today)
Sluiten