Jan van Beek

Zelhemmer Jan van Beek was op zijn Looman Special een grote man in de 50 cc klasse. Later reed hij ook in de 250 en 500 cc vooraan mee en werd hij 500 cc endurokampioen in 1978. De vreugde van dat kampioenschap was echter van korte duur, want vlak na het behalen van die titel liep Van Beek een dwarslaesie op bij een val tijdens een teamcross op zijn thuisbaan in Halle.

Ook Jan kwam in 1972 in actie in de betrouwbaarheidsrit op Texel.

`TERUGKIJKEN IN WROK DOE IK NIET, WANT IK HEB VEEL PLEZIER BELEEFD AAN DE MOTORSPORT’

In 1968 werd er nog in de duinen van Zandvoort gecrost!
In 1968 werd er nog in de duinen van Zandvoort gecrost!

Mijn motocross-roots liggen in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw. Mijn neef Gerrit Wolsink was tussen 1974 en 1980 een van de besten ter wereld in de 500 cc klasse, dus bij ons thuis werd alles dat ook maar een beetje met motocross te maken had gevolgd. Mijn oom en mijn vader waren beiden bij de KNMV, dus we gingen bijna iedere zondag wel ergens in Nederland naar de cross en ook het blad Motorsport van Gerard Klomps en wat toen nog Weekblad Motor was, werden van A tot Z uitgeplozen. Zelf leek me zo’n carrière als motocrosser ook wel wat, dus reed ik als tiener in het Wossinkbos in Hengelo (Gelderland) mijn eerste rondjes op een omgebouwde Batavus. Een van mijn vrienden, Robert Kreunen (zoon van de Hengelose bakker Roelie Kreunen, die jarenlang voorzitter was van de HAMOVE), had toen al een echte Looman Special. Dat was voor ons het fenomeen op crossgebied, want een van mijn jeugdhelden, Jan van Beek, was immers ook op een Looman Special zijn crosscarrière begonnen.

Deze voor mij ultieme crossbrommer werd gebouwd door de Zelhemse garagehouder Wim Looman en zijn plaatsgenoot Jaap van Campen. Zo’n crossbrommer wilde ik ook, dan kon ik tenminste laten zien wat ik in mijn mars had. Mijn vader had waarschijnlijk al lang gezien dat het met dat crossen van mij nooit iets zou worden, want er kwam geen Looman Special. Wel een oude Rond-Sachs (daar mankeerde overigens niets aan, want ook de onlangs overleden Gert Rond bouwde uitstekende 50 cc crossers). Al snel bleek inderdaad dat die echte crossers veel te rap voor mij waren. Ik heb iedere vierkante centimeter van het trainingscircuitje in Hengelo van dichtbij gezien en kennisgemaakt met iedere boom rondom de baan. Springen ging nog wel, maar met het landen had ik meer moeite, net als dat ik een bocht wel in-, maar bijna nooit meer uitkwam. En in de tijd dat ik meer naast dan op mijn Sachs zat, behoorde Zelhemmer Jan van Beek tot de besten van Nederland in de 250 cc klasse op een Husqvarna. Jan van Beek was een echte stylist. Altijd strak rijdend en bijna altijd goede starts.

Tijdens de eerste wedstrijd in Veldhoven startte Van Beek op een Looman Special JLO TS50. Op de achtergrond medebouwer Jaap van Campen, op het zadel Eddie Looman. Toen nog een kleuter, vorig jaar reed hij nog mee in een Veterans-GP!
Tijdens de eerste wedstrijd in Veldhoven startte Van Beek op een Looman Special JLO TS50. Op de achtergrond medebouwer Jaap van Campen, op het zadel Eddie Looman. Toen nog een kleuter, vorig jaar reed hij nog mee in een Veterans-GP!

Hij had echter de pech dat hij op moest boksen tegen mannen als Stef van der Sluis, Jo Lammers en Gerard Rond. Hij werd wel Nederlands kampioen in 1967 en 1968 in de 50 cc klasse en behaalde ook nog juniorentitels in de 50 en 500 cc. Die laatste won hij in 1969 op een 360 cc CZ éénpijper. In 1978 behaalde Van Beek zijn eerste endurotitel door de 500 cc klasse te winnen voor mannen als Henk Poorte, Jappie de Jong en Martin Schalkwijk. De vreugde na het behalen van dat kampioenschap was echter van korte duur. Vlak na het behalen van die titel kwam Van Beek tijdens een teamcross in Halle ten val en liep daarbij een dwarslaesie op. Voor Noppennieuws is Jan van Beek toch een van de Mannen van Staal die de offroad motorsport groot hebben gemaakt in ons land en daarom zochten we hem onlangs op in Zelhem.

In 1971 startte Jan van Beek voor de onlangs overleden Gert Rond op één van diens 125 cc Rond Sachs' in de zesdaagse op het Isle of Man
In 1971 startte Jan van Beek voor de onlangs overleden Gert Rond op één van diens 125 cc Rond Sachs’ in de zesdaagse op het Isle of Man

Van Beek: “Dat was natuurlijk een harde klap toen ik tijdens zo’n teamcross mijn rug brak. Toen ik viel, voelde ik direct dat het mis was. Het klinkt misschien raar, maar het leek alsof het gevoel in mijn benen echt wegvloeide naar mijn tenen toe. Je hele leven staat vervolgens op zijn kop, maar terugkijken in wrok doe ik niet, want ik heb daarvoor, en nu eigenlijk nog steeds, heel veel plezier beleefd aan de motorsport.” Van Beek begon zijn succesvolle loopbaan dus net als een ieder in die tijd in de 50 cc klasse. Van Beek: “Ik werkte in 1962 bij Wim Looman in de autogarage als monteur en zat dus wel erg dicht bij het vuur. Wim bouwde samen met de plaatselijke aannemer Jaap van Campen de Looman Batavus JLO TS50. Dat was een blokje met drie voetversnellingen. De versnellingsbakverhouding was echter niet ideaal voor de cross. De eerste en de tweede versnelling waren heel kort, terwijl de derde heel lang was. Looman paste daarom die bakken aan, zodat die verhoudingen beter uitkwamen. Dat was een mooie tijd, want je moest alles zelf uitzoeken en als het dan goed uitpakte was de voldoening des te groter. In 1962 reed ik op die motor mijn eerste echte wedstrijd bij de junioren in Veldhoven. Ik won op mijn Batavus die wedstrijd! Een jaar later, in 1963, ging ik echt alle wedstrijden rijden en werd ik kampioen in de 50 cc klasse bij de junioren. Mijn oudere broer Henk reed wegrace in de 50 cc klasse en we konden op een zondag allebei kampioen worden! Ik in de cross en hij in de race. Dat feestje ging echter jammer genoeg niet door, want ik redde het wel, maar Henk kreeg een kapotte bougie en greep naast de wegracetitel.”

Een actieopname uit de kampioensrit van 1977 in Markelo, waar Jan tweede werd achter Gerard Rond.
Een actieopname uit de kampioensrit van 1977 in Markelo, waar Jan tweede werd achter Gerard Rond.

Na het behalen van zijn eerste titel promoveerde Van Beek naar de senioren en reed direct in de top vijf. Het duurde echter tot 1967 voordat hij opnieuw kampioen werd en nu bij de `grote’ mannen op de kleine brommers. Van Beek: “De 50 cc klasse was in die tijd erg populair en als je zwaarder wilde rijden, kwam je vaak direct op een 250 of een 500 cc motor terecht. De stap was erg groot, dus bleef je langer bij de 50 cc rijden. Ik moest in die tijd opboksen tegen toppers als Stef van der Sluis, Andre Gebben en Jan Ruinemans. Dan moet je heel wat kunnen om die te kloppen. In 1967 lukte dat eindelijk en werd ik op een Looman Special, waar inmiddels een Kreidler blokje in hing, Nederlands kampioen. In 1968 pakte ik de titel opnieuw en stapte toen over naar de 500 cc klasse.”

August Muller kijkt toe als Jan passeert tijdens de Oostgelderlandrit in Vorden, 1977.
August Muller kijkt toe als Jan passeert tijdens de Oostgelderlandrit in Vorden, 1977.

We kennen Jan van Beek bijna allemaal als de stijlvolle coureur op zijn Husqvarna, maar Van Beek begon in de 500 cc op een CZ. “Mijn eerste echte crossmotor was inderdaad een CZ. Er was in Zelhem inmiddels een supportersvereniging opgericht en met de enorme steun van de supporters werd er in 1969 een echte CZ gekocht. Ik voelde me goed thuis op de veel zwaardere motor en werd in dat eerste jaar meteen kampioen bij de junioren. Het jaar daarop moest ik natuurlijk bij de senioren rijden en dat ging opnieuw uitstekend; ik haalde het felbegeerde H-nummer. In 1972 kreeg ik een echt contract bij de Nederlandse Husqvarna-importeur voor het NK in de 250 cc klasse. Die kans heb ik natuurlijk met beide handen aangegrepen. Ik kreeg in die klasse echter weer te maken met mannen als Stef van der Sluis en Jo Lammers en die waren net een maatje te groot voor mij. Later kwam daar Gerard Rond bij en toen werd het nog moeilijker om eerste te worden. Vooral op de zware zandcircuits kon ik die mannen niet bijhouden. Ik voelde me veel beter thuis op de harde, wat snellere circuits zoals in Maastricht en Spaubeek. Via Rond ben ik echter wel in de endurosport terechtgekomen. Zijn vader Gert bouwde de Rond-Sachs en dat was echt een enduroman. Hij heeft veel rijders gestimuleerd om naast het crossen ook in die tak van motorsport uit te komen. Mij dus ook, en in 1971 heb ik op een Rond-Sachs op het eiland

De plaatselijke kruidenier Jan Vleemingh was de eerste voorzitter van de supportersclub, die in 1969 een CZ 360 éénpijper bij elkaar spaarde voor Jan.
De plaatselijke kruidenier Jan Vleemingh was de eerste voorzitter van de supportersclub, die in 1969 een CZ 360 éénpijper bij elkaar spaarde voor Jan.

Man mijn eerste zesdaagse gereden. Dat was een prachtige belevenis. Ik haalde een gouden plak in de 125 cc klasse, maar het duurde nog tot 1976 voordat ik me meer en meer toe ging leggen op de enduro’s. Ik ben toen op een Puch van Jan de Groot begonnen in de 175 cc klasse. Een jaar later kreeg ik van Ben van Erp de beschikking over een 500 cc KTM. Je kunt het je nu niet meer voorstellen, maar ik reed ’s zomers voor Husqvarna Nederland de 250 cc crosswedstrijden en in de winter op een KTM van Ben van Erp de enduro’ s. Vanaf dit jaar zou het trouwens wel kunnen, want ze worden nu immers in één en dezelfde fabriek gemaakt!” In 1978 wordt Jan van Beek Nederlands endurokampioen in de 500 cc klasse. Hij verslaat onder anderen Henk Poorte die tijdens de kampioensrit – die dat jaar in Borculo wordt verreden – zijn enkel blesseerde. Van Beek: “Ik had liever wat meer strijd gehad, maar ik was toch maar wat blij met die titel. De laatste keer dat ik kampioen was geworden was met de CZ in 1969, dus het werd wel weer een keer tijd. Een paar weken later, na mijn ongeluk, werd ik behandeld in de Sint Maartens-kliniek in Nijmegen. De jaarlijkse kampioenshuldiging was dat jaar toevallig ook in Nijmegen en er is toen nog een grote delegatie van de KNMV en collega-coureurs onder leiding van Wim Bielderman langs geweest om mij persoonlijk te huldigen. Dat heeft me toen erg goed gedaan!”

In 1973 waren de crossbroeken nog van leer en de mannen van staal. Jan van Beek won de wedstrijd in Meijel voor Wiebe Plötz en de Belg Marcel Wiertz.
In 1973 waren de crossbroeken nog van leer en de mannen van staal. Jan van Beek won de wedstrijd in Meijel voor Wiebe Plötz en de Belg Marcel Wiertz.

Zoals eerder al genoemd was het de laatste titel van Jan van Beek omdat hij vlak na dit kampioenschap in Halle zijn zware ongeluk kreeg. De altijd vriendelijke Achterhoeker kan echter terugkijken op een fraaie carrière en is een van de weinige coureurs naar wie een wedstrijd is vernoemd. Die is ontstaan uit de Supportersvereniging Jan van Beek, die in 1969 werd opgericht. Onder de bezielende leiding van onder meer lokale kruidenier Jan Vleemingh en Dick Bulten (later onder andere actief als bondscoach van zowel het Nederlandse Trial des Nations-team als de BMXteams van de KNWU) wordt via allerlei acties in en rondom Zelhem geld ingezameld, zodat de club in 1969 een CZ voor hun rijder Jan van Beek kan aanschaffen. Tot en met 1972 wordt Van Beek met raad en daad door zijn plaatsgenoten bijgestaan, maar als Van Beek eind 1972 een contract krijgt bij Husqvarna Nederland, is er voor de vereniging geen noodzaak meer om hem financieel te steunen.

De supportersclub wordt dan omgevormd tot de ZAMC, de Zelhemse Autoen Motorclub. De Zelhemse vereniging gaat zich, ook om de buurtvereniging in Halle niet in de wielen te rijden, vooral toeleggen op het organiseren van betrouwbaarheidsritten (de hedendaagse enduro) en trial. Nu, bijna veertig jaar later, wordt nog steeds één keer per jaar in Zelhem de `Jan van Beek rit’ gehouden, een enduro meetellend voor het Nederlands kampioenschap. Daarnaast beschikt de ZAMC over een van de fraaiste trialaccommodaties van Europa.

Stylist Jan van Beek in 1972 in Norg op de Husqvarna.
Stylist Jan van Beek in 1972 in Norg op de Husqvarna.

Jan van Beek is nu 69 jaar en heeft zich na zijn ongeluk nog jaren met de motorsport bezig gehouden. Van Beek: “Ik ben nadat de revalidatie achter de rug was zo snel mogelijk weer bij Looman gaan werken. Ik was als coureur echter altijd al erg geïnteresseerd in het afstellen van de vering en daar ben ik me later op gaan toeleggen. Tot 2004 heb ik schokbrekers aangepast en gerepareerd. Ik deed eigenlijk alle merken schokbrekers en niet alleen voor motoren, maar ook voor cross- en rallyauto’s. Maar nadat mijn eerste vrouw in 2004 overleed, kon ik het niet allemaal meer opbrengen. Een wedstrijdrijder wil altijd alles zo snel mogelijk weer klaar hebben en dat lukte me toen niet meer en daar ben ik toen dus mee gestopt. Ik volg de cross en de enduro echter nog steeds op de voet. Via Facebook heb ik ook nog veel contact met andere oud-coureurs en ik volg op de televisie de verrichtingen van Jeffrey Herlings natuurlijk. Dat vind ik een geweldige coureur. Machtig, zo goed als die jongen kan rijden. En welke inzet hij toont. Ik vermaak me dus best!”

Foto’s Archief Jan van Beek


Dit artikel komt uit Noppennieuws 2 / 2014

De 500 cc senioren in actie in Doetinchem in 1971: Arno Dreezen (H6), Frans Karsmakers (73), Peter Willems (H14) en Jan van Beek (H26).
De 500 cc senioren in actie in Doetinchem in 1971: Arno Dreezen (H6), Frans Karsmakers (73), Peter Willems (H14) en Jan van Beek (H26).
(Visited 449 times, 1 visits today)
Sluiten